
Niet op café kunnen gaan, samen sporten, je vrienden ontmoeten of gewoon in een park gaan zitten: schijnbaar banale zaken die we nu al wekenlang moeten missen. Sinds de coronamaatregelen voelen we wat onze vrijheid voor ons betekent en vooral hoe hard we menselijk contact missen. Ik zie als moreel consulent in de gevangenis parallellen met het leven van gedetineerden. Het gevoel van opgesloten zitten, het missen van het contact met de familie, het niet kunnen doen waar je nood aan hebt, is vergelijkbaar. De reden van opsluiting is uiteraard van een compleet andere orde.
Na weken ‘in ons kot’ worden nu een aantal aspecten van ons leven buitenshuis, langzaam weer opgestart. We krijgen stap voor stap wat nieuwe vrijheden en de teugels worden een beetje gevierd. Ook gedetineerden krijgen tegen het einde van hun straf meer vrijheden.
Dit begint met enkele uren buiten de gevangenismuren naar de VDAB op zoek naar werk. Indien dit goed verloopt, kan er 36 uur bij familie verbleven worden. Vervolgens start de beperkte detentie: ’s nachts slapen in de gevangenis, overdag buiten de muren gaan werken. Gevolgd door het elektronisch toezicht, opgesloten in je eigen huis. Je mag slechts naar buiten voor je werk en boodschappen. In huis moet je letterlijk nemen, in de tuin het gras afdoen is er niet bij en om de hoek sigaretten halen ook niet.
Ook gedetineerden krijgen tegen het einde van hun straf meer vrijheden. Dit begint met enkele uren buiten de gevangenismuren naar de VDAB op zoek naar werk.”
Waar wij langzaamaan onze rollen in de maatschappij terug opnemen, is dit voor veel (ex-)gedetineerden een heel ander verhaal. Voor veel gedetineerden is er namelijk geen sprake van re-intergratie. Voor hun detentie waren ze al geen onderdeel van de maatschappij. Ze leefden in de marge, aan de randen van onze samenleving. Na de gevangenisstraf is een gedetineerde bovendien kwijt wat hij met moeite bij elkaar kreeg. Een studio, misschien een job… De herwonnen vrijheid is dus geen echt nieuw begin. Welke werkgever geeft er graag een job aan een laaggeschoolde man die veroordeeld is voor diefstal? En welk immobiliënkantoor verhuurt een studio aan iemand zonder vast inkomen?
Zinvolle detentie?
Bereiken we op deze manier wel het gewenste doel van detentie? Welke rol willen we dat gedetineerden innemen in onze maatschappij? Willen we onze gevangenissen enkel gebruiken als vergelding, als straf voor het aangedane leed? Wie laten we op deze manier uiteindelijk vrij: iemand die zijn problemen heeft aangepakt, of een tikkende tijdbom die opnieuw in de marge van de maatschappij terechtkomt?
Als je problemen niet aanpakt vanaf de start, worden ze alleen maar groter. Maar al te vaak vergeet men dat deze mensen vroeg of laat weer terugkeren naar de maatschappij. Door te investeren in mensen, maak je justitie niet alleen menselijker, maar op de lange termijn ook een stuk goedkoper. Een grotere groep geraakt zo uit de carrousel en komt niet opnieuw in de marge terecht waarbij criminaliteit toch weer te aanlokkelijk blijkt. Naast het financiële, vertaalt een beter beleid zich in de maatschappelijke winst van minder criminaliteit en dus minder slachtoffers.
“Door te investeren in mensen, maak je justitie niet alleen menselijker, maar op de lange termijn ook een stuk goedkoper.”
Vzw De Huizen pleit voor een detentie die mensen voorbereidt op het leven na de straf door individuele begeleiding bij het creëren van een positieve sociale rol en netwerk. Dit is kleinschalige zinvolle detentie gericht op herstel en re-integratie om zo herval in oude gewoonten te voorkomen. De meeste gevangenissen zijn meer dan 150 jaar oud, gericht op eenzame opsluiting en kunnen hier niet in voorzien. Kleinschalige detentie verankerd in de maatschappij maakt de weg naar re-integratie niet alleen korter, maar biedt ook de mogelijkheid voor gedetineerden om iets terug te doen voor de maatschappij. Gedetineerden hebben al getoond dat ze mondmaskers kunnen maken, maar waarom zouden ze geen fietsen kunnen repareren? Een sociaal restaurant kunnen uitbaten? Een strijkatelier kunnen inrichten? Of tuinmeubels maken?
Gedetineerde als lid van de maatschappij
De geschiedenis leert ons dat extreme tijden zoals deze tot grote veranderingen kunnen leiden. Tijdens de jaren vijftig van de vorige eeuw werden grote hervormingen doorgevoerd in de gevangeniswereld. Veel politici hadden tijdens, of kort na de oorlog, zelf in de gevangenis gezeten en hadden aan den lijve ondervonden hoe zwaar dit was. Wanneer mensen zoiets zelf meegemaakt hebben, is er een grotere kans dat ze iets aan de situatie zullen veranderen. Laat ons hopen dat deze inleefstage in het leven van iemand achter gesloten deuren zorgt voor een fundamentele verbetering van het leven van gedetineerden.
Gevangenen straffen kan anders, justitie kan moderniseren, dat heeft men tijdens deze crisis laten zien. Binnen de gevangenismuren kwam de langverwachte digitalisering eindelijk op gang. De eerste rechtszaak via een beveiligde skypeverbinding vond plaats en videocontact met familie werd eindelijk mogelijk, gedetineerden mogen nu 20 minuten per week op deze manier contact houden met hun geliefden.
Ik hoop dat deze ontwikkeling zich doorzet, dat er aandacht komt voor de toekomst van gedetineerden en hun rol in de maatschappij. Niet binnen klassieke gevangenismuren maar in kleinschalige, maatschappelijk geïntegreerde woonvormen. Covid-19 als trigger voor een ware paradigmashift.
1 reactie