De tegels gingen volgende week toekomen. Ze ging ze zelf leggen. Ja, ze kon dat, waarom zou ze het niet zelf kunnen? Drie tot vijf werkdagen later zouden de kranen (matzwart), het aanrecht (marmer) en de frigo (merk onbekend) toekomen. Na de keuken zou ze zich op de living smijten. Daarna was het dakterras aan de beurt, en de voorgevel, die ze nota bene nog maar een goed jaar geleden had geattaqueerd.
Maar genoeg over haar, hoe ging het met mij? Niks speciaals, nog steeds technisch werkloos, weet je wel. Dus ik had veel tijd? Ik knikte. Wat ik dan hele dagen deed, wou ze weten. Wel, ik lees veel, ik ga af en toe lopen, ik kook, mijn lief en ik houden om 6 uur ’s avonds apero, en dat is het zowat.
‘Niks spectaculairs’, voegde ik er nog aan toe, hoewel dat al duidelijk was. Ik zag ontgoocheling – en een tikkeltje judgement? – groeien op haar gezicht, dus zei ik maar snel dat ik op het punt stond de badkamer te renoveren. Dat ik al vijf jaar op datzelfde punt stond verzweeg ik even.
…maar ik werd geconfronteerd met het besef dat mijn plannen veel weg hadden van spinazie: ze lijken groots en fris en veel, maar hoe langer ze sudderden hoe meer ze slonken tot een onbeduidend slijmerig hoopje…
Een goeie week later zag ik een andere vriendin. We waren aan het ‘nieuwe tooghangen’, m.a.w. ploeteren door de modder, toen ze verkondigde dat ze groot nieuws had: ze was begonnen met haar eigen lijn van keramiek. Dat ze, eindelijk gevrijwaard van de banale occupaties van haar werk, haar roeping had gevonden, en besloot er volop voor te gaan.
Natuurlijk was ik trots op haar, ook al herinner ik mij hoe ze vroeger schamper lachte bij de beruchte scène uit Ghost, omdat dat geklungel van Demi Moore toch nauwelijks voor kunst kon doorgaan en al helemaal geen loon kon opleveren, maar een mens was geen mens indien hij niet bij tijd en wijle van gezindheid wisselde. En wederom volgde de vraag die ik zo was beginnen vrezen: waar had ik mij mee beziggehouden nu ik zulke ‘oodles of time’ had?
Verbouwingen, eigen zaken, een plots opgedoken passie voor macramé en zelfgemaakte kimchi: het was een koorts die ik overal zag aanzwellen, die ‘can do’-mentaliteit op een moment in de geschiedenis die wordt gedirigeerd door opgeheven vingertjes, restricties en terechtwijzingen. Begrijp mij niet verkeerd: ik bewonder dergelijke daadkracht en determinatie. Ik hou van mensen die het heft in eigen handen nemen en nieuwe dingen uitproberen.
Ik had ook de intentie gekoesterd om mijn vrijgekomen tijd te benutten. Ik ging mijn Duits opfrissen, om zo maar iets te noemen, de kelder uitkuisen, maar ik werd geconfronteerd met het besef dat mijn plannen veel weg hadden van spinazie: ze lijken groots en fris en veel, maar hoe langer ze sudderden hoe meer ze slonken tot een onbeduidend slijmerig hoopje dat je een naar gevoel aan de tanden bezorgt, en des te minder dat ik er zin in had.
‘Me-time’ is het nieuwe ‘YOLO’
Dus driewerf hoera voor mijn innovatieve medeburger die wel zaken gedaan krijgt, zeer zeker. Maar in hoeverre was die drang om plots hun dromen te realiseren of nieuwe hobby’s tot hun religie te kneden iets dat uit hun binnenste kwam? Hadden ze allemaal gezamenlijk het licht gezien, of volgden ze slaafs de laatste nieuwe mantra dat we al onze vrijgekomen tijd moesten optimaliseren?
Mijn Instagramfeed overstelpt mij met zodanig veel nieuwbakken yoga-adepten, fotografen en ‘hikers’ die elke wandelroute in de Ardennen afstruinen dat ik niet anders kan dan er wantrouwig van worden. Ik vroeg mij af of al deze hernieuwde paden naar onszelf niet de uiting waren van een oud kwaad in een nieuw, spiritueler jasje. Sociale druk 2.0: net nu we meenden ervan verlost te zijn, duwt hij zijn overtollige talg weer naar het oppervlak.
Nog hachelijker wordt het wanneer al die plots verworven passies worden gecatalogeerd onder de noemer ‘me-time’. Eén ding is zeker: die zogenaamde ‘me-time’ is het nieuwe ‘yolo’, even irritant, en even ontspannend en ongeforceerd als de gemiddelde nieuwjaarsreceptie van een politieke partij.
Asbakken glazuren en alpaca-kwekerijen starten hebben nachtelijk geradbraak weliswaar van de troon gestoten als invulling, maar hashtags blijven hashtags, en de achterliggende boodschap is exact hetzelfde: kijk en herhaal. #metime draait helemaal niet om herbronning.
Het is een Trojaans paard dat je er pijnlijk attent op maakt dat je weliswaar thuis zit, maar dat dat geen reden is om niks uit te vreten, en dat indien je niks uitvreet, je wordt geacht dat te doen met een gezichtsmasker (en valse wimpers) op uw smikkel. Heerlijk ontspannend toch? Gezichtsmaskers en wimpers! Verven! Hakken! Timmeren! WANDELEN! Kaarsen gieten en breien! Herbron, zeg ik u, HERBRON!!!
Ik begon te vrezen dat ik de enige was op wie al dit ge-herbron een averechts effect heeft, totdat ik een goeie week later nog een rondje ging modderploeteren met nog een andere vriendin. Ze heeft een taartje mee, en een thermos koffie.
Ze haast zich om te vermelden dat ze het taartje gekocht heeft, niet zelf gebakken, maar dat ze vermoedt dat ik haar daar niet op ga afrekenen, of ‘staan mijn dagen plots ook in het teken van bananenbrood bakken en terrazzo-tegels leggen?’ Zelden voelde ik mij zo verwant met haar als op dat moment.

en auteur van het boek ‘Canis’.
Fantastisch🖤
Heerlijk ! 😍
Heel goed gedaan, Eva, doe zo voort.
Leuk artikel. Tbh denk ik niet perse dat het gewoon een nieuwe vorm van sociale druk is, maar van een zee aan rust en stilte in een samenleving die voor velen van ons misschien gewoon altijd te druk was om onszelf echt te kunnen horen. En als je dan ineens daar zit en beseft dat je levenswijze je eigenlijk niet echt gelukkig maakt, dat je je job niet graag doet, geen enkele creatieve outlet hebt (terwijl je best wel creatief bent), of dat je heel der dagen maar voor de pc zit en eigenlijk helemaal niet zoveel beweegt als je voorheen misschien dacht (iets dat waarschijnlijk ook gewoon meer opvalt als je niet elke dag van en naar het werk of van het ene sociale event naar het volgende rent), waarom zou je al die extra tijd dan niet willen benutten om daar iets aan te doen? Uiteindelijk beseffen we dat we die extra tijd iets unieks is, iets dat we op deze manier niet altijd zullen hebben.
Kortom: wat als dit niet het resultaat is van sociale druk 2.0, maar van stilte en van eigenbesef? Niet continu van de ene verjaardag naar de andere, familiefeestje, bbq met de vrienden, teamuitje met de collega’s, reizen, cinema, restaurant, kapper, nog meer verjaardagen, trouwfeestjes, babyshowers, meer bbq’s , samen naar de zoo, samen naar de ardennen, op café, en zeg, verjaart er niet binnenkort weer iemand? Neen. Gewoon eens een jaar niets. Stilte. Puur mens-zijn. En het feit dat wanneer al die afleiding en al dat sociaal gedoe plots volledig wegvalt, wij onszelf eindelijk eens écht kunnen horen – en misschien niet zo gelukkig zijn met de feedback die we krijgen?