De teloorgang van de monokini, borstvoeding in het openbaar, vrouwendag in de sauna, Taboob: vrouwelijk naakt is steeds weer het onderwerp van discussie, ondanks jaren van seksuele bevrijding en emancipatie. Waarom hebben we nog steeds zo’n schizofrene verhouding met de vrouwelijke voorgevel?
Als kind ging ik vaak met mijn mama naar het strand. We gingen naar de Belgische kust, de Franse, we gingen naar Tenerife, en ook naar meer exotische bestemmingen zoals de Dominicaanse Republiek: strand en zand alom, het voordeel van de dochter van een airhostess te zijn.
Ze lag altijd monokini op het strand, en het was een gebruik dat ik volgde zonder mij daar veel vragen bij te stellen, als kind, maar ook nadat ik zelf borsten begon te ontwikkelen. In die tijd – jaren 90, begin jaren 2000 – was baden in monokini immers een redelijk courant gebruik bij vrouwen, met als voornaamste beweegreden ‘bruin, bruiner, bruinst’ – de beoogde kleur van hun decolleté, niet de politieke overtuiging.
Maar eind jaren 2000 kantelde er iets. Rond de borststreek doken er meer en meer stoffen driehoeken en gebeugelde halvemanen op, met daaronder een huid die wit, witter, witst zag. Vanaf 2010 waren er nauwelijks nog vrouwen te zien die topless lagen te zonnen, en werd er steeds vaker afkeurend geloerd naar diegenen die het wél nog deden, zodat ook mijn mama en ik uiteindelijk maar toegaven aan de groepsdruk, en voortaan ons bikinitopje aanhielden.
Puntje bij paaltje
Niet enkel op het strand vonden er veranderingen plaats voor onze gepunte welvingen. Op Instagram worden posts waarin borsten te zien zijn onmiddellijk verwijderd, en bij herhaling het profiel geblokkeerd. Voor foto’s van vrouwelijke borsten welteverstaan, mannelijke blote basten zijn meer dan welkom. Nog op sociale media zond KLM in 2019 de volgende Tweet de wijde wereld in:
“Borstvoeding is toegestaan tijdens KLM-vluchten. Echter, om er zeker van te zijn dat alle passagiers met verschillende achtergronden zich aan boord comfortabel voelen, kan het voorkomen dat we een moeder verzoeken om zichzelf te bedekken tijdens de borstvoeding als medepassagiers zich er niet prettig bij voelen.”
Het strand, de straat, Instagram, borstvoeding: borsten in het openbaar zijn het strijdtoneel verworden van puriteinen die vrezen te verstenen bij de aanblik van een tepel, en ze worden bijgevolg weggemoffeld, ‘geblurred‘, of verbannen, uit angst er iemand mee te schofferen.
Tegelijkertijd beweren we de meest ruimdenkende generatie ooit te zijn, o zo bevrijd en progressief, immer klaar om ten strijde te trekken tegen vooroordelen en onrecht. En terwijl we de mond vol hebben van emancipatie, zelfbeschikking en gelijke rechten voor allen, is er nergens een borst in zicht, en zijn de vrouwelijke tepelhoven enkel toegestaan in het koninkrijk der porno. Maar we zijn vrij! Ja toch?
Bwa. Het doet mij denken aan die quote van Jack Nicholson in Easy Rider. “Talkin’ about it and bein’ it, that’s two different thangs” (red: thangs, niet things).
Laat ons eerlijk zijn: er is een nieuw Victoriaans trekje opgedoken in ons denken. Hoewel we niet stoppen met te leuteren over onze seksualiteit, als het puntje * badum tss * bij paaltje komt houden wij vrouwen onze handdoek met een angst rond ons geklemd alsof ons leven ervan af hangt, of op zijn minst onze toekomst, want iemand moest maar eens uw tepels hebben gezien. En ook al wilt niemand het toegeven, we zijn met zijn allen een pak preutser geworden in vergelijking met enkele decennia geleden. De hamvraag is natuurlijk: waarom?
De Madonna-hoer en andere drogredenen
Een korte zoektocht op Google levert enkele mogelijke verklaringen op. Het is de schuld van de grote monotheïstische religies met hun madonna-hoer complex, of van de constante staat van crisis waar we de laatste jaren in vertoeven en die ons doet verlangen naar een eenvoudiger, conservatiever tijdsgewricht. De opkomst van de smartphone, ook geen onbelangrijke, waardoor iedereen plots een gerechtigd paparazzo werd en ons lellend vlees met één enkele klik kon vastleggen op film, en zo voor eeuwig als chantagemateriaal kan worden benut.
Maar eigenlijk zijn dit allemaal drogredenen, die geen echte ‘daarom’ op een echte ‘waarom’ leveren. In die optiek was een artikel uit de Knack Weekend van 2013 onverwacht raak, maar niet op de manier hoe het was bedoeld. Het artikel noemde enkele redenen voor de teloorgang van de monokini, en stelde dat we niet langer hoeven te choqueren (!) met blote borsten omdat de vrouwelijke vrijheden intussen verworven en bestendigd zijn, en het statement van de monokini bijgevolg voorbijgestreefd.
Eerst iets over die premisse: de tijd bewijst ons jammerlijk dat vooruitgang en mensenrechten (vrouwenrechten dus ook) nooit een volbracht proces zijn, en dat ze wel degelijk kunnen worden teruggeschroefd wanneer we ze niet langer verdedigen, of ze voor lief nemen. Kijk maar naar de abortuswetgeving in Polen, zum Beispiel. Naast die foute vooronderstelling haalt Knack Weekend – bij mijn weten nochtans niet de woordvoerder van Kerk en Leven – een interessant punt aan: we ervaren blote borsten als choquerend. Waarom?
Het is uiteindelijk allemaal terug te brengen tot één ding: SEKS.
S.E.K.S
Ik kan mijn ‘childhood-anekdote’ nog verder uitbreiden. Zoals gezegd ben ik een kind van de jaren 90. Knipte ik de TV aan, dan werden er meer borsten en billen in mijn gezicht geslingerd dan dat Kim Clijsters er toentertijd kon wegkloppen met haar raket. De laatste jaren kwam er steeds meer commentaar op die doorgedreven seksuele voorstelling van vrouwen in de media, en terecht. Ik mis die zwaar pornografische en misogyne videoclips vol vleselijke ballonnen hoegenaamd niet.
Maar in plaats van de representatie van de vrouwelijke borst verder door te trekken voorbij het seksuele, voorbij het extreme, zijn we gemakkelijkheidshalve overgestapt op een verbanning van borsten in het algemeen. En het is precies deze ban die de status van borsten herbevestigt als genotsvoorwerpen, als seksobjecten die geen plaats hebben in het openbare leven.
Ze zijn iets voor de privé-sfeer, iets om van te genieten. Dat terwijl ze evenzeer deel uitmaken van ons lichaam als pakweg een enkel of een oorlel. Voorgenoemde onderdelen hebben trouwens ook al tot stomende scènes tussen de lakens geleid, maar geen kat die deze gaat blurren op Instagram.
Natuurlijk zijn borsten een seksueel iets. Maar niet enkel en alleen. Een moeder die haar kind te eten geeft is geen seksuele daad. Op het strand liggen met ontblote bast zou dat evenmin moeten zijn, mannen liggen er per slot van rekening ook ontbloot.
Preutsheid en de self-fulfilling prophecy
Dus wat nu? T-shirt over de kop en #freethenipple? Meer initiatieven zoals Taboob, die via kunstige en listige foto’s toch proberen tepels op Instagram te krijgen? Super, maar dit alleen volstaat niet.
Het belangrijkste is dat we de visuele representatie van onze borsten gewoon terug normaliseren, dat we ze niet langer als schokeffect gebruiken. Dat we opnieuw rechtlijniger omgaan met ons lichaam, en niet enkel op vrouwendag naar de sauna gaan om nadien op sociale media ons recht op sensualiteit op te eisen.
Uiteindelijk choqueert iets maar wanneer je het zelden tot nooit ziet. Niemand die intussen nog opkijkt van een tattoo meer of minder. Zodoende werkt een doorgedreven preutsheid als self-fulfilling prophecy: hoe minder je iets tentoon spreidt, hoe minder je de – letterlijke – blootstelling eraan gewoon bent, en hoe extravaganter en choquerender naakt wordt. Het zijn uiteindelijk maar borsten, ze zijn even banaal en doorsnee als een staartbeentje.
Bon, genoeg geleuterd. U weet waar u mij kan vinden deze zomer, en in welke klederdracht.

en auteur van het boek ‘Canis’.