Menselijke waardigheid in de seksindustrie

Sekswerk blijft één van de meest controversiële en misbegrepen beroepen in onze samenleving. Tot op de dag van vandaag hangt er een stigma rond zowel dit beroep. Woorden zoals ‘hoer’ en ‘slet’ worden dan ook vaak in één zin bij sekswerk genoemd. Bovendien is het van essentieel belang om dit taboe te doorbreken en sekswerkers als gelijken te zien. Daarnaast is het uiterst belangrijk om hen te beschermen tegen de risico’s van hun beroep, wat ook met bijvoorbeeld bouwvakkers wordt gedaan.

Sinds juni 2022 is sekswerk gedecriminaliseerd in België. Het concept van decriminalisatie is niet hetzelfde als legalisatie. Decriminalisatie houdt in dat sekswerk door de staat als een legaal beroep wordt gezien. Dit geeft sekswerkers de vrijheid om hun werk veilig uit te oefenen zonder angst voor repercussies van de wet. Voor 2022 konden alle derde partijen, verbonden aan sekswerkers, strafbaar worden gesteld. Het gaat dan over onder andere boekhouders, chauffeurs, uitbaters van bordelen, et cetera. Dit maakte het voor sekswerkers enorm moeilijk om hun beroep legaal uit te voeren. In tegenstelling tot legalisatie, waarbij sekswerk wordt gereguleerd door specifieke wetten en voorschriften, behoudt decriminalisatie de autonomie van sekswerkers en erkent het hun recht om te werken zonder onnodige overheidsinmenging. Dit beleid, legalisatie, geldt onder andere in ons buurland, Nederland.

Het is belangrijk om te erkennen dat sekswerk een legitieme vorm van arbeid is. Ondanks dat mensenhandel en gedwongen sekswerk een realiteit zijn, blijft het in de meerderheid van de gevallen een eigen keuze om in de seksindustrie te gaan werken. Het beschermen van de arbeids- en mensenrechten van sekswerkers vereist een inclusieve benadering. Dit betekent luisteren naar de stemmen van sekswerkers zelf, en een beleid ontwikkelen dat gebaseerd is op hun behoeften en ervaringen. Het betekent ook het aanpakken van structurele ongelijkheden die bijdragen aan de kwetsbaarheid van sekswerkers, zoals armoede, racisme, genderongelijkheid en geweld. Om deze rechten te kunnen waarborgen is het van belang om een veilige toegang tot werkomstandigheden en sociale bescherming te kunnen bieden. Hier vallen ook arbeidsrechten zoals een minimumloon en ziekteverlof onder. Ook gepaste gezondheidszorg, zonder discriminatie, is een vereiste.

Geweld ten aanzien van sekswerkers

Sekswerkers worden maar al te vaak het slachtoffer van diverse vormen van geweld. Zo worden ze regelmatig slachtoffer van scheldpartijen, maar ook fysiek geweld door onder andere ontevreden klanten komt regelmatig voor. Zo blijkt dat 93% van de sekswerkers het afgelopen jaar minstens één keer verbaal geweld heeft meegemaakt. Vormen van fysiek geweld komt in 60% van de gevallen voor.

Verder zijn sekswerkers maar al te vaak het doelwit van seriemoordenaars, denk hierbij aan het voorbeeld ‘Jack the Ripper’. Hij is ook wel gekend als de beruchte seriemoordenaar die in Londen maar liefst 5 sekswerkers had verminkt en vermoord in 1888. Maar ook in België worden zij regelmatig het slachtoffer van een gruwelijke moord. Zo werd er in Brussel al een straat vernoemd naar een vermoorde sekswerker: Eunice Nancy Osayandestraat. Eunice Osayande was een 23-jarige Nigeriaanse sekswerker die in 2018 door 17 messteken op straat werd vermoord door een 17-jarige persoon.

Het aanpakken van geweld tegen sekswerkers is niet alleen een kwestie van arbeids- en mensenrechten, maar vormt dus ook een essentiële stap in het waarborgen van hun veiligheid en welzijn. Eén van de belangrijkste factoren die bijdragen aan geweld tegen sekswerkers, is het stigma en de discriminatie die hen omringen. Sekswerkers worden vaak gezien als minderwaardig of als doelwit voor misbruik vanwege de aard van hun werk. Daarnaast hebben sekswerkers vaak minder toegang tot bescherming, alsook tot diverse vormen van steun. Vanwege dit stigma zijn sekswerkers ook vaak terughoudender om geweld aan te geven bij de politie. Dit zorgt wederom voor een grotere maatschappelijke kwetsbaarheid. Het niet aangeven kan ook het gevolg zijn van de angst voor secundaire victimisatie; het opnieuw slachtoffer worden door de houding van derden. Deze secundaire victimisatie kan ook het gevolg zijn van dat stigma dat rond hun beroep hangt.

Het stigma blijft bestaan

Eén van de grootste uitdagingen waarmee sekswerkers worden geconfronteerd, zijn de vele vormen van discriminatie en stigma die rond hun beroep hangen. Deze vooroordelen hebben geleid tot beleidsmaatregelen die hun rechten beperken en hen kwetsbaarder maken voor misbruik en uitbuiting.

Het stigma rond sekswerk, maar ook het gebruik van woorden zoals ‘hoer’ of ‘slet’, zitten diep verankerd in onze samenleving. Dit stigma wordt vaak gevormd door misvattingen, vooroordelen en stereotypen. Zo worden sekswerkers vaak afgeschilderd als immoreel, onzedelijk of slachtoffer van misbruik en uitbuiting.

De decriminalisatie in juni 2022 vormt een belangrijke stap in het bestrijden van dit stigma. Echter is een bredere culturele verschuiving noodzakelijk. Hierbij zijn onder andere voorlichting en bewustwording een essentieel aspect. Niet alleen vereist het een actieve betrokkenheid van de beleidmakers, maar ook de gehele gemeenschap dient te werken aan een samenleving die sekswerkers respecteert en ondersteunt, in plaats van hen te veroordelen en te marginaliseren.

Alleen door het stigma rond sekswerk aan te pakken en de rechten van sekswerkers te waarborgen, kunnen we streven naar een rechtvaardiger en inclusiever België waarin alle individuen kunnen leven en werken met waardigheid en respect.


Leen Rombauts loopt stage bij huisvandeMens Brussel en Dwaalzin

Plaats een reactie